Macrofoto’s van Vliegers en Kruipers in Nederland
In Nederland komen er zo’n 35.000 soorten insecten voor. Met een insect bedoelen we een ongewerveld diertje dat altijd drie paar pootjes heeft, uit drie delen bestaat (Kop, borst en achterlijf) en meestal vleugels heeft. Voorbeeld is een mier, mug, vlieg en wesp, maar ook kevers.
In Nederland komen ongeveer 4.000 soorten kevers voor. Een kenmerk van een kever is, dat bij deze soorten insecten de voorste vleugels veranderd zijn in harde schilden die de achtervleugels bedekken. Hierdoor zijn ze minder behendig met vliegen.
Eén van de meest in het oog springende kevers is het Vliegend Hert, het grootste insect dat in Nederland voorkomt. Het mannetje kan wel 9 cm lang worden. Deze kever is inmiddels heel zeldzaam geworden in Nederland. Zijn naam dankt de kever aan zijn enorme kaken. Bij de mannetjes hebben die kaken de vorm van het gewei van een edelhert. Ze kunnen met deze grote kaken alleen imponeren, maar geen schade toebrengen aan tegenstanders.
Een heel bekend en fotogeniek lid van de keverfamilie is de Meikever. Een natuurfotograaf die van macrofotografie houdt, kan met zo’n prachtig model zijn of haar kennis en kunde uitleven. Want hoewel ze prachtig zijn, zijn ze tegelijkertijd niet heel makkelijk te fotograferen. De beste kansen maak je in de ochtend, als het nog koel en vochtig is. Dan zijn deze kevers niet erg actief. Het is goed om steeds te beseffen, dat hoewel deze dieren geen hoog knuffelgehalte hebben, ze toch alle respect en compassie verdienen. Kletsnat sproeien is niet diervriendelijk, en koelen/bevriezen/met stikstop bespuiten/vastlijmen van de dieren valt onder de noemer dierenmishandeling.
In deze gallery staan ook foto’s van diverse spinnen. Ook niet echt knuffelbare dieren, maar wel boeiend en erg mooi, vooral als je met een macro objectief foto’s maakt. In de vroege ochtend zie je nog wel eens dauwdruppels op de poten van de dieren.
Een laatste categorie in deze galerie zijn de bijen en hommels. Zeer nuttige en erg mooie dieren. Soms kun je met een macro objectief stuifmeel aan de behaarde pootjes vastleggen. Hierdoor hebben deze dieren een spilfunctie in alles wat bloeit en groeit in het wild. Ze zijn meesterbestuivers.
Vroeg in de ochtend, als het nog koel is, maak je beste kansen met vliegende en kruipende fotomodellen. Verder moet je er op letten dat er geen schaduw over het diertje valt en je heel rustig moet bewegen. Met rust en veel geduld kun je meest mooie opnamen maken. Een macro-objectief van 150 of 180 mm werkt met insecten een stuk makkelijker, omdat je meer afstand kunt houden en het dier toch beeldvullend kunt fotograferen. Bij paddenstoelen e.d. is dit brandpuntafstand een stuk arbeidsintensiever. Je moet dan een groter oppervlak om je onderwerp heen, vrijmaken van ongerechtigheden.