Olifanten
Het grootste lid van de Big-Five is de olifant. Een dier dat zijn weerga niet kent. Groot, zwaar, loyaal, sensitief, gevaarlijk, boeiend, vermakelijk en ontroerend: veel superlatieven zijn toepasselijk op olifanten. De eerste keer dat ik een Afrikaanse Olifant binnen enkele meters afstand zag, stokte mijn adem. Ik kende Aziatische Olifanten, maar dit was even iets anders.
Afrikaanse Olifanten zijn een heel stuk groter en zwaarder dan hun Aziatische soortgenoten. Ook hun oren zijn veel groter. En hun lontje een stukje korter. Wel een feit om rekening mee te houden. Ieder verblijf in Afrika is het ons overkomen, dat we moesten vluchten voor een olifant. En meestal door stom gedrag van andere mensen. Maar dat maakt de ontmoeting niet minder spannend.
Olifanten zijn op hun best wanneer ze in een kudde zijn. Dan kun je fantastische samenleving van deze dieren zien. Onverschrokken staan ze op tegen elke aanvaller, met eindeloos geduld worden de jongen opgevoed.
De olifant is het dier waar ik zonder twijfel de meeste foto’s van genomen heb, en bij vrijwel elk beeld weet ik nog waar de foto gemaakt. Elke olifant heeft een eigen gezicht, uitstraling en karakter.
In het Kruger National Park leven altijd wel enkele Big Tuskers (olifanten met extreem grote en zware slagtanden). De grootste en beroemdste big tusker van de laatste tientallen jaren was Duke. Eerder dit jaar is deze “gentle Giant” een natuurlijke dood gestorven. We hebben hem, en zijn volgers, een aantal keren ontmoet, en kunnen volgen. Nooit eerder heb ik zo’n zachtaardige olifant meegemaakt.
Duke was de enige olifant waar we de motor van de auto konden uitzetten, zelfs als we naast hem stonden. Hij had wel iets anders aan zijn hoofd dan ruzie te zoeken met bezoekers. Ik voel het nog altijd als een voorrecht dat we hem zo vaak gezien hebben, en zoveel materiaal van hem hebben.
Terug